Fill 1 Fill 1

Richard nieuwhuis

Group 10 7 februari 2022
Richard Nieuwhuis:
Als 13-jarige kon je hem - buiten schooltijd - vinden in de werkplaats bij de dorpsfietsenmaker. Hij hielp banden plakken en kettingen weer op de fiets leggen. Dat die fietsenmaker gevestigd was in Denekamp had een aangename bijkomstigheid: toppers als Herman Snoeiijnk, Erwin Nijboer en Hennie Kuiper waren er kind aan huis.

Voor Richard vormde het de basis voor een profcarrière in de wielersport. Eerst als monteur, later ook als exclusieve bandenfabrikant.    

Eigen plek op de ‘Renners Parking’ 
Als monteur van de nationale selectie is hij regelmatig bij belangrijke wedstrijden in het buitenland.  Met Tom Dumoulin was hij bij het tijdrennen in het Italiaanse Imola. Met Anna van der Breggen en Kirsten Wild bij de Grand Prix de Plouay. Nu is hij net terug van het Wereldbeker Veldrijden in Flamanville aan de Normandische kust: ‘Tijdens zo´n wedstrijddag heb ik mijn eigen tentje op de parking van de renners. Daar weten niet alleen de Nederlandse renners me te vinden. Ook de Fransen, Spanjaarden en Tsjechen klampen me aan als er iets is met een rem of band. Het is niet alleen een fantastische hobby, het is ook goed voor de vertrouwensband met mijn klanten want veel profrenners rijden op mijn banden.’  

Ferrari onder de fietsbanden
Als Richard niet met de selectie op pad is, vind je hem in zijn bandenfabriek in Deurningen. Daar maakt hij banden van het – onder profs gewilde – merk A. Dugast. ‘Als het gaat over de rolweerstand is het de Ferrari onder de fietsbanden.’ De rolweerstand is het energieverlies door het indrukken van de band op de plaats waar hij de weg raakt.  

André Dugast was de oorspronkelijke Franse fabrikant en naamgever van de banden. ‘Een nogal eigenzinnig type’, grinnikt Richard, ‘maar hij maakte verdomd goede banden. Omdat mijn Frans goed is, was ik vaak intermediair tussen hem en de renners. Het heeft een aantal jaren geduurd voordat ik zijn vertrouwen won. Maar toen hij in 2002 met pensioen ging, wilde hij zijn zaak alleen aan mij overdragen.’ Inmiddels staat het volledige machinepark in Deurningen.  

Parijs – Roubaix
De meeste bandenfabrikanten kiezen voor massaproductie. Voor hen is een order vanaf 5.000 banden pas interessant. ‘Wij spelen in op niches: de markten die te klein zijn voor de grote jongens. Neem Parijs – Roubaix, een jaarlijkse klassieker. Een ploeg als Jumbo Visma heeft voor zo’n rit ongeveer 30 banden nodig. Maar er rijden meer ploegen en dan heb je al snel een serie van drie- a vierhonderd banden te pakken. Dat is voor mij interessant.’ Voor diegenen die het niet weten: de weg tussen Parijs en Roubaix is een eeuwenoud parcours over hobbelige kasseien. Een hoogteverschil van twee centimeter tussen de keien is heel gewoon. Dat stelt nogal wat eisen aan het profiel. De renners gaan er namelijk met zo’n 55 kilometer per uur overheen.  

Vijftienhonderdste seconde
 ‘In het begin produceerde ik in mijn eentje zo’n 1.500 banden per jaar. Inmiddels zijn we met acht en maken we er elk jaar 15.000. Elke band wordt met de hand gemaakt. Leuk om te weten: voor de Nederlandse baanselectie hebben we laatst een meting gedaan: daaruit bleek dat onze banden een winst op leverden van 0,15 seconde. Dat lijkt heel weinig, maar als het om wereldrecords gaat is het een relevant verschil.’ 

Wellicht ook interessant

Fietsverhaal
Impact fietsen
op gezondheid
Fietsverhaal
Bijdrage fietsclubs
aan de gemeenschap